Leraar: “Waarom wil je toch naar het MBO?”
Leerling: “Juf, ik zit nog langer op school dan de meeste docenten.”
Mohamed B. (4Havo)
Leraar: “Waarom wil je toch naar het MBO?”
Leerling: “Juf, ik zit nog langer op school dan de meeste docenten.”
Mohamed B. (4Havo)
Dankzij onder andere Het Puberende Brein van Eveline Crone weten we dat jongeren moeilijk kunnen opstaan. Dus wanneer jongeren in de ochtend te laat komen moeten wij, docenten, niet al te verrast zijn. Maar in de middag dan? Tussen de leswisselingen of na de pauzes? Ook dan presteren een hele hoop leerlingen om te laat te komen.
Iedereen komt wel eens te laat. Maar de opgegeven redenen hiervoor zijn bij ons volwassenen al vaak gebruikt: file,lekke band,brug stond open, de wekker was stuk .
Ja, we kennen ze allemaal! Opvallend is, dat jongeren zoveel creatiever in het vinden van excuses zijn dan wij docenten. Hieronder deel ik dan ook graag mijn top drie van het afgelopen jaar;
Op nummer 3; ‘Juf, ik ben aangereden!’
Leerling: ‘Juf, ik ben aangereden door een bus, maar ben toch rennend naar uw les gekomen!’
Juf: `Rennend?`
Leerling: ‘Uhmm, ja m’n been voelde ik even niet door de shock maar nu weer wel. Mag ik ijs halen bij Hassan?” (Hassan is één van de conciërges)’
Juf: `Vooruit, maar niet rennen op de gang…!
Nummer 2; Broodje Döner
Leerling: ‘Juf, ìk was in de pauze naar de Doner zaak hier verderop. Ik zei nog tegen de Turk die mijn Turkse Pizza aan het maken was: `Schiet op, anders ben ik door jou te laat.` Maar die Turk achter de balie was erg traag… Mag ik er alstublieft in?’
Juf: `Turk?`
Leerling: ‘O sorry juf. Ik wilde u niet beledigen. U bent niet traag, maar die Turk was echt traag….’
Nummer 1;` Het OV laat mij in de steek.’
Leerling: ‘Juf, u moet mij geloven.’
Juf: `Ik luister…`
Leerling: ‘Ik ging weg van huis en liep naar de bushalte. Nadat ik daar was aangekomen heb ik 15 minuten op de bus gewacht. Nadat de bus was gekomen merkte ik dat ik mijn OV was vergeten. Ik rende terug naar huis en mijn moeder gooide hem vanaf de tweede verdieping naar beneden. Juf, ik zei nog tegen mijn moeder:`Niet gooien, breng naar beneden`, Maar mijn broertje was wakker en ze had geen tijd.’
Juf: `Je houdt wel van commanderen hé?
Leerling: ‘Huh, uhmm ja. Maar mijn OV viel op het balkon van de bewoners van de 1e verdieping. Ik heb 5 minuten lang aangebeld maar niemand deed open. Daarna ben ik maar rennend naar school gekomen. Maar ik besef dat ik nu echt naar zweet stink. Heeft er iemand deodorant? En ik ben kapot. Mag ik nu zitten?’
Juf: `Als je liegt spreek ik met je moeder af om je een week lang rennend naar school te sturen. Deal?`
Leerling: ‘Deal.’
Uit het bovenstaande kunnen we opmaken dat het nooit de fout is van de leerlingen, altijd van een ander. Maar soms doen leerlingen echt moeite om iets origineels te verzinnen en het daardoor zeker verdienen om “geloofd” te worden. . Al is het maar om even te ontspannen met de klas en om thuis een grappig verhaal te kunnen vertellen…
Het einde van het jaar is in zicht en de praktijkexamens zijn in volle gang bezig.
Elk jaar vraag ik mij opnieuw af, waarom ik voor het vak Handel en Verkoop, het klaslokaal moet omtoveren in een supermarkt, drogist, stomerij of bloemenzaak. En dan niet alleen één keer voor het examen maar ook een paar keer om het te oefenen. Ik zeg bewust een paar keer, want leerlingen hebben het echt nodig!
Tevens zijn er genoeg simulaties voor de leerlingen ontwikkeld maar in de praktijk doen leerlingen het uiteindelijk toch matig. Hoe kan dit?
Het ligt eigenlijk heel simpel: net als stagiaires die in theorie dankzij Ebbens [1] precies weten hoe ze les moeten geven, doen als ze voor de klas staan alles behalve volgens Ebbens lesgeven. Het zit hem dus in het toepassen van de theorie.
De vraag is: hoe laten wij docenten dat doen? En waarom laten wij dat op die manier doen? Toveren wij klassen om tot bijvoorbeeld een winkel, omdat je het zo hebt geleerd van je collega, of omdat je gewoon niet beter weet?
Voor alle duidelijkheid: om je klaslokaal om te toveren tot een winkel moet je inkopen doen, alles inrichten, een kassa meenemen en een rooster maken voor de leerlingen omdat ze niet tegelijkertijd kunnen oefenen. Je bent na het oefenen van alleen de kassaopdracht al, gemiddeld twee weken bezig met één klas. Wat je nog een aantal keren moet herhalen!
Is dit niet zonde van je tijd als docent?
Je vraagt je af hoe het dan wel zou moeten. Ik denk dat je het niet ver hoeft te zoeken. Je kunt leerlingen makkelijk een week op je eigen school de telefoon laten opnemen bij de administratie, of bij de meeting point. Je zou hen een week in de kantine kunnen laten werken. Op deze manier kunnen leerlingen direct de geleerde theorie toepassen op school. Daarnaast is de eigen school ook nog eens een veilige omgeving waarin de leerlingen kunnen leren.
Daarnaast is er in de buurt van je eigen school vast wel een markt, winkel, of bakker te vinden. Laat de leerlingen bijvoorbeeld een week in een callcenter stage lopen, een week in een supermarkt, een week bij een bloemist, of een week in een kantoor dat gespecialiseerd is in boekhouden. De leerlingen zullen dan leren hoe het echt werkt en begrijpen waarom ze zich op een bepaalde manier horen te gedragen. Ze zullen bij een fout in een reële omgeving de consequenties beter snappen. Zelfs het eindexamen zouden we in een echte omgeving kunnen afnemen, met echte klanten.
Wij docenten werken heel hard, maar vergeten na te denken over het leerrendement. We moeten ons afvragen hoe we het leerrendement kunnen verhogen in plaats van ons af te vragen hoe we er meer uren/docenten voor kunnen vragen. Want het wiel kan niet voor een tweede keer worden uitgevonden…
[1] Ebbens & Ettekoven, Effectief leren, Utrecht: Noordhoff Uitgevers B.V. 2013.