Juf, gaan we vandaag wat leuks doen? Ja natuurlijk, we gaan economie doen! 

Enthousiasme en plezier hebben in je werk is belangrijk, zeker in het onderwijs. Als we bedenken wat leerlingen op een dag allemaal meemaken en waar ze allemaal aan (moeten) denken, biedt juist onze les misschien de ontsnapping die ze nodig hebben. Daarbij is een voorbereiding essentieel, maar een glimlach, enthousiasme en de juiste woordkeuze zijn net zo belangrijk.  
Soms kunnen wij docenten er onbewust voor zorgen dat leerlingen hun verwachtingen naar beneden bijstellen. Dit doen we vaak door de manier waarop we ergens over praten, ons gedragen of onze frustraties met betrekking tot een onderwerp uiten. 

Tijdens een van mijn trainingen las ik het boek van Doug Lemov “Teach like a champion”. Doug Lemov is ervan overtuigd dat wij docenten het gedrag van leerlingen kunnen beïnvloeden. Wij hebben als leraar de taak om wat we onderwijzen aantrekkelijk te maken. Als wij docenten ervan uitgaan dat iets saai is, hoe kunnen wij dan onze leerlingen motiveren?

De stof toegankelijk maken voor leerlingen, zodat zij er een mening over kunnen vormen is daarbij natuurlijk wel van belang. Oftewel aansluiting zoeken bij de belevingswereld van de leerlingen. Daarbij is het belangrijk dat we de stof niet te simpel aanbieden, maar de leerlingen uitdagen en inzichtelijk maken waarvoor ze het leren. Uiteraard zonder vooroordelen, ook in achterstandswijken zijn er leerlingen die de krant lezen en les willen krijgen van docenten die up to date zijn (Doug Lemov, 2005).  

Het afgelopen jaar heb ik hier bewust op proberen te letten. Naar aanleiding daarvan heb ik voor jullie hieronder mijn top drie ervaringen beschreven. 

Nummer 3: “Het profielwerkstuk”

Twee leerlingen wilden een fictief kledingzaak opzetten voor hun profielwerkstuk (vak: Management & Organisatie). De leerlingen hadden hun profielwerkstuk geschreven en zouden het presenteren voor alle ouders, docenten en leerlingen. De leerlingen kwamen naar mij toe met de vraag wat ze konden doen. Naar aanleiding van die vraag heb ik hun verteld dat ze moesten presenteren alsof ze hun eenmanszaak echt zouden openen. De vragen waren: “Wat wil je ze vertellen? Hoe zorg je ervoor dat ze jullie vertrouwen? En hoe zorg je ervoor dat je indruk op ze maakt?” Daarbij gaf ik ze nog mee dat dit een goede voorbereiding zou zijn, voor als ze later een eigen winkel wilden openen. De leerlingen keken mij verast aan, vroegen of ik het meende en zijn daarna vertrokken. Was benieuwd wat zij ervan zouden maken en heb er bewust niet meer naar gevraagd. Helaas had ik die dag een begrafenis en kon ik niet bij hun eindpresentatie aanwezig zijn. Maar deze twee kanjers hebben gewoon een catwalk opgezet! Ze hebben de gasten op deze manier entertaint, hun kleding/style laten zien en de hoogste cijfer gescoord voor hun presentatie. Het liefste was nog dat ze het voor mij hebben gefilmd, omdat ik er niet bij kon zijn… 

Nummer 2: “Het prisoners dilemma ” 

Elk jaar opnieuw geniet ik van mijn lessen die gaan over het prisoners dilemma. De leerlingen vinden mijn voorbeeld over de twee gevangenen erg interessant, maar geloven niet dat de dominante strategie bekennen-bekennen is. Dus als twee bankovervallers betrapt worden en los van elkaar verhoord worden, is de dominante strategie dat ze beide zullen bekennen. Het eerste wat ze doen is elkaar aankijken en zeggen dat ze elkaar nooit zouden “snitchen”…. 

Toevallig hadden twee leerlingen uit deze klas, kort na mijn lessenserie over het prisoners dilemma, een toets van een leraar gestolen. De leraar kwam hierachter en beide leerlingen werden apart verhoord door de directie. Naar aanleiding van dit incident, ontwikkelde de klas voor deze twee leerlingen een pay-off matrix om te bepalen wat er zou gebeuren. De leerlingen kwamen tot de conclusie dat de dominante strategie bekennen-bekennen was. Na een kleine half uur kwamen de leerlingen erachter dat de theorie echt klopte, gezien het feit dat de twee goede vrienden direct hadden bekend. Het mooiste was dat een van die leerlingen naar mij toe kwam en zei: “Juf, we hadden van u geleerd dat de dominante strategie bekennen was. We hebben daarom maar direct bekend…”

Nummer 1: “De gescheiden afvalbakken”

We waren super blij met onze eerste prijs ($5.000,-) van onze VMBO Business Class! Echter konden de leerlingen hun idee in zo’n korte termijn niet waarmaken en hebben onze havisten ze een handje geholpen. Zo hebben zes leerlingen zich vrijwillig, in het kader van hun handelingsopdracht, bij mij aangemeld om de business leerlingen te helpen. Ze kregen van mij de opdracht om met het gewonnen bedrag gescheiden afvalbakken in te kopen voor de school. Ze waren verantwoordelijk voor de financiën, uitvoering en de promotie. De leerlingen hebben in twee weken tijd fantastisch werk geleverd. Ze hebben ervoor gezorgd dat er in elk lokaal en in de kantine gescheiden afvalbakken werden geplaatst, het afval door de schoonmakers gescheiden werd opgehaald en ze hebben de leerlingen m.b.v. een promotiefilmpje erop geattendeerd dat ze afval voortaan gescheiden moesten weggooien. Dankzij hun fantastische teamwork en gedrevenheid zal het Marcanti College deze havisten niet snel vergeten. Speciale dank gaat daarom uit naar: Ishaak Pitai, Dilara Sakarya, Ernest Abankwah, Asman Khan en onze ICT jongen Halil Demiryumruk.

Hieruit kunnen we opmaken hoe belangrijk het is om onze verantwoordelijkheid te nemen in hetgeen wat we doceren. We kunnen het dan eigenlijk ook niet maken om te zeggen: “Het staat in het boek, dus je moet het wel leren.” of “Het komt terug in het eindexamen, je moet het kennen.” Het zou uiteraard mooier zijn als wij docenten achter ons onderwijsaanbod zouden kunnen staan. Daarom is het ook belangrijk dat we ons aansluiten bij vakgroepen, verenigingen en bonden, zodat we onze meningen kwijt kunnen, onszelf up to date houden en ons steentje bijdragen aan het verbeteren van het onderwijs.

Het begint bij het uitdagen, eerst jezelf daarna je leerlingen. Wat we ervoor zullen terugkrijgen? Test het zelf;) 

Sultan Göksen

Quote: passend onderwijs…

“Juf, dus leerlingen met een lichamelijke beperking kunnen nu ook bij ons op school studeren?”

“Ja, klopt. Dat heet passend onderwijs. Maar we zagen dat toch ook terug op scholen in Turkije.”

“Ja maar in Turkije zijn ze toch allemaal gek, ze merken het geen eens…:)”

H. (5havo)

Trots, trotser, trotst….

Dag in dag uit maken wij docenten veel mee in het onderwijs. De ene dag komen we teleurgesteld en moe thuis, de andere dag enthousiast en trots. Maar er is één dag in het jaar waarop echt iedereen trots naar huis gaat en dat is, op de dag van de diploma-uitreiking.

Na jarenlang zweten, leren en keihard werken is dan eindelijk het moment van erkenning aangebroken. De leerlingen verheugen zich erop en de docenten doen hun uiterste best om het uitreiken van het diploma tot iets bijzonders te maken

Zo doet elke school en zelfs elke mentor dat op zijn eigen manier. Als ik op de Social Media kijk en de foto’s van deze feestelijke dag van de verschillende scholen en mentoren bewonder, valt mij op hoe creatief wij docenten zijn en hoeveel werk en tijd wij er elk jaar opnieuw in steken. Maar ondanks alle verschillen hebben wij docenten toch één doel: onze leerlingen een onvergetelijke avond bezorgen!

Hoe vervelend of hoe lief een leerling ook was, het is feest! Iedereen die is geslaagd mag meefeesten en genieten van de avond!

Leerlingen die een hele jaar lang klaagden over hoe slecht een school of een specifieke docent wel niet was, geven op deze avond dezelfde docent een bos bloemen en bedankt hem of haar voor de leuke en leerzame tijd. En…ineens vinden ze het moeilijk om afscheid te nemen van de school.

Mentoren die bekend staan als zuinig, gaan nu ineens wel naar de winkel om toch iets kleins voor alle geslaagden te kopen.

Docenten die het tegen het eind van het jaar altijd enorm druk hebben, maken op z’n dag  toch tijd vrij en gaan mentoren helpen met hun voorbereidingen.

Ooms, tantes, nichtjes, neefjes, maar soms ook vaders en moeders die eerder nog nooit een stap in school hebben gezet, komen op z’n dag nu wel naar school.

Leerlingen die normaal “nooit” tijd hebben voor docenten of hun mentor, staan op z’n avond in de rij om toch nog even met hun docenten en mentor op de foto te  gaan.

Oud leerlingen die de school nog steeds  missen komen graag met  geslaagden mee naar de diploma-uitreiking om toch ook weer eens haar/zijn oude docenten terug te zien.

Maar ook vrienden van leerlingen, die normaal de school niet in mogen, zien nu hun kans schoon  en drukken als “geintje” het brandalarm in als de directeur een welkomstpraatje houdt.

Het hoort er allemaal bij. Elk jaar opnieuw doe ik nieuwe ervaringen op en vind ik het prachtig om zo een avond mee te maken en te zien hoe trots iedereen erbij loopt. Of het nou de directeur is die trots is op zijn slagingspercentages of, een docent die trots is op z’n eigen klas en tevens trots is op zichzelf omdat de meesten zijn geslaagd voor haar/zijn vak of, ouders die trots zijn op hun kind of leerlingen die trots zijn op zichzelf. Eigenlijk is die avond iedereen  vrolijk en trots!

Toch heeft elke mentor haar of zijn top drie van de mooiste momenten van zo’n avond. Hieronder volgen die van mij…

Nummer 1: “Leerling komt alleen naar de diploma uitreiking…”

Alweer zo’n vier jaar geleden had ik een mentorleerling die het lastig vond om zijn gevoelens te uiten kenbaar te maken. Het was namelijk een stoere jongen en gevoelens tonen zou volgens hem het plaatje naar de buitenwereld verpesten. Eén van zijn levensdoelen was ervoor te zorgen dat zijn vader ooit trots op hem zou worden. Eindelijk was het zover, de dag van de diploma-uitreiking, Hij was geslaagd. . Trotser had hij zijn vader  die avond niet kunnen maken. Bij de ontvangst zag ik dat hij alleen was gekomen. Hij  vertelde dat zijn vader niet kon komen in verband met zijn werk. Uiteraard geloofde ik er niks van, maar deed alsof ik het geloofde en verwees hem naar de aula waar onze directeur zou beginnen met zijn welkomswoord. Gauw belde ik zijn vader op en vroeg waarom hij niet was gekomen. De vader vertelde dat hij van niks wist en dat hij zijn best zou doen om er zo snel mogelijk te zijn. Ik beloofde hem zijn zoon tot  het laatst te laten wachten. Binnen 30 minuten was zijn vader op school en kreeg de gelegenheid om de diploma-uitreiking van zijn zoon mee te maken. Mijn mentorleerling was erg verrast, maar ook heel blij en ik weet zeker dat hij deze avond nooit  meer  zal vergeten…

Nummer 2: Leerling maakt het goed met een bos bloemen…
Het was mijn allereerste eindexamenklas. Ik was pas docent en kreeg deze klas omdat mijn collega ziek werd midden in het jaar en ik werd verzocht  om hem te vervangen. Het was een klein groepje met daarin één leerling, waar ik letterlijk geen raad mee wist. Ik was nog erg onervaren en kon de agressie van deze jongen moeilijk beteugelen. Omdat ik toch op mijn strepen moest staan, hadden we nogal vaak ruzie. Tot de dag van de diploma-uitreiking. Deze jongen was geslaagd en  zocht mij op met een bos bloemen en bedankte mij voor het afgelopen jaar. Ik wist totaal niet wat mij overkwam. Ik keek hem aan en vroeg of er soms een bom in zat, waarop hij mij lachend aankeek en zei: “Bommen heeft u genoeg gehad, maar deze bloemen heeft u sowieso verdiend..”

Nummer 3: 100% geslaagd…
Ik had vorig jaar een eindexamenklas basis/kader die ik 12 uur per week lesgaf. Omdat ik in het 3e leerjaar hun mentrix was en omdat ik hen zo vaak lesgaf in de 4e klas zagen de leerlingen mij als hun tweede mentrix. Het waren “gekke”, drukke maar zeker ook hele leuke leerlingen! En deze kanjers waren allemaal geslaagd! Onze slagingspercentage bij handel en verkoop was dat jaar 100%! Ondanks ik hun mentrix niet was mocht ik in overleg met mijn collega toch de helft van de diploma’s uitreiken. Het was geweldig ! Mede omdat ik de leerlingen door en door kende. De ouders, vrienden en familieleden hebben enorm gelachen en ik  weet zeker dat ze deze avond nooit meer zullen vergeten! Maar ook ik zal dit niet doen.

Zo heeft iedere docent zijn eigen ervaringen. En elk jaar komen er steeds weer nieuwe bij. Ik kijk dan ook weer heel erg uit naar de komende diploma-uitreiking om al die “trotse” gezichten te zien. Maar als je aan mij vraagt wie er op zo’n avond het meest trots is, zou ik zeggen: “Leerlingen zijn trots, wij docenten zijn trotser, maar de ouders/verzorgers zijn, zeker weten, het trotst!

Sultan Gökşen

Juf, in de vakantie heb ik…..

“Wat zal ik toch eens doen? Over een paar dagen moet ik alweer aan de bak!”
De gedachte van zo’n duizenden docenten… Deze week zijn alle basisscholen begonnen en de rest van de scholen starten volgende week. De zomervakantie is alweer BIJNA voorbij.

Kan mij nog de laatste gesprekken van de docenten in de lerarenkamer herinneren als de dag van gister. “Ben klaar met alles, welke film zal ik toch eens laten zien vandaag?” “Hoe ga jij de diploma uitreiking voorbereiden?” “Heb je gezien welke klassen ik volgend schooljaar heb?” “Zullen ze mijn contract verlengen?”
En ga zo maar door…

We hebben een break gehad en we mogen weer beginnen. Elk docent en elke leerling krijgt een nieuwe kans en gaat er helemaal voor. De V&D en de HEMA draaien weer hoge omzetten en alle leerlingen en docenten komen met een lekker kleurtje en een stralende lach weer terug.

Andere beroepen wil ik zeker niet tekort doen, maar zo’n zeven weken zijn heerlijk om lekker tot rust te komen. Begin van de vakantie las ik dan ook het stuk van Johannes Visser waarin stond dat vier weken vakantie wel genoeg zou zijn. Naar mijn idee hebben wij docenten ook eigenlijk vier weken vakantie, want op het moment dat we vakantie hebben zit ons hoofd nog zo vol van alles dat we zeker een week tot anderhalve week nodig hebben om tot rust te komen. Zo zijn we de laatste anderhalve week weer bezig met wat ons te wachten staat en beginnen we aan de voorbereidingen. Bij elkaar opgeteld hebben we dus ongeveer vier weken echt vakantie, wat ik als docent heerlijk vind.

Nadat we eenmaal terug zijn, moeten wij docenten toegeven dat onze eerste lessen allemaal worden gevuld met de vraag “Hoe was je vakantie?” Dit is de vraag waar de basisschoolleerlingen mee zijn opgevoed en die de middelbare scholieren doet denken aan hun basisschooltijd. Toch willen wij docenten “netjes” starten en stellen we alsnog die vraag. Ik moet eerlijk toegeven dat het soms zorgt voor hilarische momenten. Hieronder een top 3 van de meest bijzondere antwoorden:

Nummer 1: En daarna, daarna, daarna, daarna, daarna, daarna….
Leerling: “Juf, de vakantie begon toch op 6 juli?”
Juf: “Ja.”
Leerling: “Nou kijk, 6 juli was op een zaterdag. Ik stond al om 07:00 uur op en dacht waarom zo vroeg? Dus besloot ik om nog even door te slapen, maar dat lukte niet echt. Daarna stond ik op belde ik een vriend en ging ik voetballen. Na het voetballen moest ik naar huis om te eten. Daarna ging ik nog even op Facebook en Twitter. Daarna zei m’n moeder dat ik moest slapen en deed ik alsof ik ging slapen. Nadat mijn ouders sliepen stond ik op en ging ik achter de playstation zitten. Gelukkig waren al mijn vrienden online en heb ik de hele nacht met hun gespeeld. Daarna was het tijd geworden om te slapen en viel ik rond 05:00 uur in slaap. De volgende dag 7 juli werd ik wakker om 11:00 uur en dacht dit begint er meer op te lijken. Daarna, daarna, daarna, daarna……
Juf: “Oké, als je aan het einde van de les je logboek inlevert, dan beloof ik hem vanavond te lezen.”
Leerling: “Logboek?”
Juf: “:)”

Nummer 2: Privé helikopter….
Leerling: “Juf, in de vakantie moest mijn vader werken en ik mocht met hem mee.”
Juf: “Oh, waar naartoe dan?”
Leerling: “Nou kijk, mijn vader werkt voor zo’n bedrijf waarvoor hij vaak naar het buitenland moet. Hij moest dit keer naar Dubai en ik mocht mee. We gingen naar Schiphol om met KLM naar Dubai te vliegen, maar we waren overboekt. Daarom heeft de werkgever van mijn vader een privé vliegtuig geboekt voor mijn vader en zijn collega’s en vlogen we toch die dag naar Dubai. In Dubai werden we opgehaald met een vette jeep en werden we vervoerd naar het 7 sterren hotel. Juf, was echt een vet mooi hotel! Na drie dagen moest mijn vader dit keer naar Abu Dhabi. Er kwam een privé helikopter landen op het dak van het hotel en wij vertrokken met die helikopter naar Abu Dhabi. Wist niet dat Abu Dhabi zo mooi was. Mijn vader was de hele dag weg en ik werd verwend door allemaal mooie vrouwen. In de avonden…”
Juf: “Wat een fantasie jongen, schrijf een boek!”
Leerling: “Haha, ”

Nummer 3: Niks….
Juf: “Wat heb je in de vakantie gedaan?”
Leerling: “Niks.”
Juf: “Niks?”
Leerling: “Ja niks, verveelde mij dood! Al mijn vrienden waren op vakantie, had niemand om mee af te spreken. Heb wekenlang geslapen, geholpen in het huishouden, op mijn broertjes gepast en bijna niks gedaan. De laatste week, toen iedereen eindelijk terug was, begon school…. ”

Wij docenten zeggen niets voor niets dat het onderwijs je geest jong houdt, de leerlingen zorgen vanaf dag één al voor leuke anekdotes die je scherp houden. Sommigen zijn heel eerlijk en anderen vinden het geweldig om ”de clown” uit te hangen en verhalen te verzinnen. Maar wij hebben allemaal één ding gemeen, we vinden het allemaal stiekem toch weer heerlijk om te mogen beginnen…

Sultan Göksen

Juf, u bent echt dope als u weet wat een donnie is….

Taal is iets wat leeft en wat we dag in, dag uit gebruiken. Zo ontstaan er iedere dag nieuwe woorden en zinnen. Ook verdwijnen er woorden uit de spreek- en schrijftaal en staan ze alleen nog jarenlang in een woordenboek, men spreekt dan van taalverloedering. Waardoor ontstaat dat? Nou heel simpel, door gemakzucht of luiheid (denk aan sms,msn,Twitter taal), maar ook zeker door de straat.

Als docente, werkzaam op een school in Amsterdam West hoor ik regelmatig straattaal om mij heen. Straattaal is geboren uit verschillende talen zoals Engels, Surinaams, Marokkaans en Turks, met het Nederlands als basis. Mijn leerlingen hebben de straattaal dan ook zo eigen gemaakt, dat ze heel vaak geen eens door hebben dat ze in hun vragen, opmerkingen in de klas of in hun antwoorden straattaal gebruiken. Het is een gewenning oftewel hun taal geworden. Zelf had ik hier als beginnend docent erg veel moeite mee. Zo’n zeven jaar geleden kwam ik als getogen Haarlemmer werken op het Marcanti College in Amsterdam West. Uiteraard maakte mijn onwetendheid over straattaal plaats voor grote blunders. Hieronder een top 3 van mijn “straattaal” blunders:

Nummer 3: “Faja”
Tijdens mijn uitleg over consumentenrecht deelde ik met de leerlingen een eigen ervaring. Zo vertelde ik de leerlingen dat ik schoenen had gekocht en dat de hak van diezelfde schoen na één week te hebben gedragen stuk ging. Uiteraard ging ik terug naar de winkel en de winkelier gaf mij gelijk waarop mijn schoenen werden gemaakt op hun kosten. En ja hoor, na één week was weer mijn hak stuk. De winkelier begreep er niks van en gaf mij dit keer een nieuw paar mee. Na dit nieuw paar weer een week te hebben gedragen moest ik weer terug omdat mijn hak weer was afgebroken. De winkelier noteerde mijn klacht en gaf mij dit keer mijn geld terug omdat ik al voor de derde keer was gekomen met dezelfde klacht en zij er geen oplossing meer voor hadden. De leerlingen waren helemaal in shock dat dit mogelijk was, zo was hun reactie: “Juf, u bent echt Faja…” Ik dacht, hoe noemen de leerlingen mij? Vies, vuur, duivel? Dus ik keek ze heel boos aan en vroeg ze om de betekenis. De leerlingen begonnen te lachen en vertelden dat het moeilijk of gevaarlijk betekende, oftewel ze vonden het geweldig dat ik zonder schaamte terug durfde en zo rustig kon blijven. Voor mijn verhaal hadden ze niet geweten dat het kon, net als dat ik niet had geweten dat “Faja” moeilijk of gevaarlijk betekende…

Nummer 2: “Fawaka”
Na een zware werkdag liep ik via de kantine naar de uitgang van de school. De conciërge, die altijd heel vriendelijk is, zwaaide uitbundig naar mij en zei: “Fawaka”. Ik dacht dat ik het verkeerd had gehoord, had namelijk geen flauw idee van wat hij zei, dus zei ik maar “Tot morgen!” en liep snel weg. De volgende dag zocht ik de conciërge op en vroeg hem wat “Fawaka” betekende. De conciërge begon heel hard te lachen en vertelde dat hij al had gedacht dat ik niet wist wat het betekende. Hij vertelde mij dat het “Hoe gaat het?” betekent en dat ik kon antwoorden met “Abon” wat “het gaat goed” betekent. Dat was ook gelijk één van mijn eerste woordjes straattaal die ik had geleerd….

Nummer 1: “Osso”
In mijn eerste jaren gaf ik bijna alleen maar 2e klassen les. Wat mij opviel was dat veel tweede klassers het woord “osso” gebruikten. Zo had ik op een dag mijn les te vroeg afgesloten en mochten de leerlingen van mij de laatste vijf minuten iets voor hun zelf doen. De leerlingen begonnen te praten en weer hoorde ik het woord “osso”. Zelf dacht ik, mijn logische verklaring voor het woord gezien de context waarin het werd gebruikt, dat ze ermee het stadsdeel Osdorp bedoelden. Na een aantal lessen was ik daar zo zeker van geworden dat ik de leerlingen vroeg: “Jongens, wonen jullie allemaal in Osdorp?” De leerlingen keken mij erg verbaasd aan en begonnen te roepen waar ze echt woonden. Ik keek ze verrast aan en vroeg ze “Maar jullie zeiden net “osso”, dat betekent toch Osdorp?”. De leerlingen kwamen niet meer bij van lachen. Ze vertelden mij dat het woord “osso” huis betekende en liepen na de bel lachend mijn klas uit…

Na deze laatste grote blunder wist ik het zeker, ik moest hier een oplossing voor vinden. Heb op internet gezocht naar straattaal en heb er verschillende boeken over aangeschaft. Ik moet eerlijk bekennen dat ik er een stuk wijzer op ben geworden, maar nam er geen genoegen mee. Wat ik miste op internet en in de boeken waren de woordjes die mijn leerlingen heel vaak gebruikten. De straattaal kent zoveel woordjes, het kan een studie op zich worden. Als oplossing hiervoor heb ik de rest van het jaar leerlingen die straattaal gebruikten in de les, als strafwerk straattaal woordjes laten opschrijven met de betekenissen erachter. Op deze manier had ik twee vliegen in één klap. Straattaal is iets van de straat en moet op straat blijven, maar wilde tegelijkertijd ook weten waar de leerlingen het dan over hadden. Moet eerlijk bekennen dat ik dankzij hun strafwerk tot op de dag van vandaag nog geen nieuwe blunder heb gemaakt.

Elk jaar leer ik weer nieuwe woordjes bij, maar laat het mijn leerlingen niet merken. Daarom blijft het grappig als leerlingen om de zoveel tijd een vraag durven te stellen als: “Juf, u bent echt dope als u weet wat een donnie is…” Leuker is natuurlijk dat ik voor één keer de regels opzij kan zetten en kan antwoorden met: “Jullie zijn echt dope als jullie een donnie gewoon een briefje van tien, een barkie gewoon een briefje van honderd en een doezoe gewoon een briefje van duizend euro noemen, want ook al is het faja voor jullie, op het eindexamen reken ik het fout…”.

Sultan Göksen

Gerelateerde links:
http://www.straatwoordenboek.nl/
http://www.mijnwoordenboek.nl/dialect/Amsterdamse%20straattaal
http://www.stoerejongenzzz.nl/straattaal/

Online uitleggen…

De laatste jaren zijn de uitgaven van huishoudens aan bijles, gegeven door huiswerkinstituten en particuliere bijlesgevers enorm gestegen tot wel ruim 149 miljoen euro per jaar, waarvan 99 miljoen per jaar in het voortgezet onderwijs. Zo’n vijf jaar geleden was dit bedrag nog 26 miljoen euro per jaar, waarvan 22 miljoen binnen het voortgezet onderwijs (CBS). Natuurlijk hartstikke goed voor onze economie, maar wat zegt het over ons onderwijs? Het doet mij denken aan het onderwijssysteem van Turkije waar alle leerlingen na school of in het weekend standaard naar zo’n huiswerkinstituut gaan om extra hoge punten te kunnen scoren voor hun eindexamen, genaamd ÖSS.

Gaan wij in Nederland ook die richting op? Daar lijkt het wel op. Als een leerling maar even moeite heeft met een onderwerp wordt er een bijlesdocent ingeschakeld. Of het nu een basisschoolleerling is die extra ondersteuning wil voor zijn entreetoets of een VWO leerling die extra uitleg nodig heeft voor zijn wiskunde toets. Alles kan en is mogelijk mits men het kan betalen.

Maar wat moeten de leerlingen doen waarvan de ouders geen huiswerkinstituut of een particuliere bijlesgever kunnen betalen? Als we ervan uitgaan dat leerlingen extra ondersteuning thuis nodig hebben en wij docenten dit alle leerlingen gunnen, dan moeten we het proces van privatisering binnen het onderwijs stoppen door middelen aan te reiken. Middelen waar alle leerlingen gebruik van kunnen maken.

Zo toont een ander onderzoek van het CBS aan dat ruim 86% van de jongeren tussen de 12-25 jaar de hele dag door online zijn. Bijna drie kwart van hen mailt en ruim twee derde neemt deel aan sociale netwerken zoals Hyves, Facebook en Twitter. Weer zo’n ruim twee derde leest het nieuws en twee kwart doet aan ontspanning zoals het luisteren naar muziek of het spelen van spelletjes.

Uit ervaring weet ik dat mijn leerlingen vastgeplakt zitten aan hun mobiele telefoon. Ze willen honderd keer overschrijven, nablijven of zelfs schoonmaken als ik maar hun telefoon niet inneem. Het is zelfs zo erg dat leerlingen hun telefoon ”mijn leven” noemen.

Als zoveel jongeren de hele dag door online zijn, is de vraag wat wij ermee in onze lessen doen. Het is geen hype meer wat volgend jaar niet meer bestaat, het is een totale verandering van omgang binnen de maatschappij. Daarom is het hoog tijd dat we er onze voordelen uit moeten halen binnen het onderwijs, bijvoorbeeld door het aanreiken van middelen.

Op hogescholen en universiteiten doen ze het al. Studenten kunnen bijna 60% van de colleges online vinden, tevens zijn er fora waar ze vragen aan elkaar kunnen stellen en elkaar kunnen helpen.

Waarom lopen wij in het voortgezet onderwijs zo achter? Dat terwijl er juist in het voortgezet onderwijs zoveel vraag is naar extra ondersteuning thuis. Hoe ideaal zou het voor een leerling zijn uitleg van moeilijke onderwerpen online te kunnen vinden of via fora aan zijn klasgenoten en docent vragen te kunnen stellen. Zou dit geen perfecte oplossing kunnen zijn voor leerlingen die geen bijlesdocent kunnen betalen?

Uiteraard kost het ons docenten heel veel tijd om filmpjes te maken en deze online te zetten, maar we krijgen er ook degelijk wat voor terug. Namelijk hogere eindexamenresultaten, gemotiveerde leerlingen en extra tijd in de lessen. Het is een kwestie van één keer erop zetten en je kunt er weer een paar jaar mee verder.

Gelukkig zijn er docenten die dit al doen. Het werk wat al is gedaan hoeft niet opnieuw gedaan te worden. Op YouTube staan er al een aantal voorbeelden van uitleg waar je als docent je eigen leerlingen op kunt attenderen. Indien onderwerpen er niet tussen staan kunnen we deze zelf toevoegen.

Zo kunnen de huishoudens geld besparen, zeker in deze slechte tijden, en alle leerlingen thuis extra ondersteuning bieden zonder dat ze ervoor hoeven te betalen. Onderwijs behoort tot de collectieve sector en zo moet het ook blijven…

Sultan Göksen
www.jufgoksen.com/filmpjes

Vasten en geloven….

En vandaag is het dan zover! De negende maand van de islamitische maankalender is aangebroken, dus we mogen weer een maand lang vasten. Dat betekent dat men tussen de dageraad (ruim voor zonsopgang) tot en met de zonsondergang niet mag eten, drinken en nee ook geen water mag drinken of kauwgom mag kauwen.

We hebben dan ”gelukkig” vakantie in het onderwijs, maar wij hebben jarenlang ook gevast, terwijl we moesten werken. Nu werk ik op een school met veel leerlingen van Marokkaanse en Turkse afkomst die ook gewoon meededen als ze school hadden en nu weer meedoen.

Hoe gaat dat dan zou je denken? Nou als volgt; leerlingen die een maand lang niet eten en drinken in de les, leerlingen die bijna een maand lang niet meer naar de WC hoeven tijdens de les, leerlingen die geen kauwgom kauwen in de les, leerlingen die weinig tot niet schelden in de les. Maar ook leerlingen die half slapend in de lessen zitten, leerlingen die veranderen in mini imam’s en elkaar corrigeren op alles, leerlingen die klagen over elke toets die een docent opgeeft, leerlingen die vaak te laat komen, leerlingen die zich vaker ziek melden en ga zo maar door.

Toch denk ik altijd met een glimlach terug aan die tijd. Hieronder een top 3 van mijn meest grappige herinneringen:

1. Tijdens mijn uitleg over het onderdeel verzekeringen wilde ik de leerlingen de wet productaansprakelijkheid uitleggen aan de hand van een voorbeeld van de Mac Donald’s. Vanaf het moment dat ik Mac Donald’s had uitgesproken werden alle leerlingen wakker. De leerlingen begonnen te roepen of ik het expres deed, waarom ik niet een autogarage als voorbeeld nam maar had gekozen voor Mac Donald’s? En opeens vlogen alle menunamen door de klas en ik besefte dan ook dat ik hier inderdaad beter over had moeten nadenken….

2. Sommige gewoontes leer je als docent niet af en wil je eigenlijk ook niet afleren, maar soms komen deze niet echt goed van pas. Zo zie ik heel snel of een leerling kauwgom kauwt in de klas. Ook tijdens de Ramadan zag ik een meisje kauwgom kauwen, maar ik realiseerde mij niet dat het Ramadan was en riep door de klas: “Merve, wil je alsjeblieft je kauwgom weggooien?” Op dat moment werd dat meisje zó rood. Want ze was blijkbaar ongesteld, waardoor ze niet mee kon vasten. Nu wist de hele klas dat…

3. Heb een collega met prachtige wimpers. Zij krijgt ook vaak complimenten van haar omgeving en van haar leerlingen. Uiteraard gebruikt zij net als alle andere vrouwen over de hele wereld mascara. Tijdens de Ramadan kreeg zij opeens de vraag van een leerling of ze wel mascara mocht gebruiken tijdens het vasten. Waarop mijn collega reageerde met: “Mijn mascara is niet eetbaar, dus waarom niet….”

Deze leerlingen zijn echt geweldig! Ook tijdens de Ramadan kun je met ze lachen. Elk jaar opnieuw heb ik zoveel respect voor deze leerlingen, die het zo lang kunnen volhouden. Want elk jaar worden de dagen langer en wordt het er dus niet makkelijker op.

Soms vroeg ik mij echt af hoe leerlingen die alle andere maanden niet eens een seconde van hun pauze wilden missen, omdat ze anders geen Turkse Pizza of een broodje kipkorn uit de kantine konden halen, nu een maand lang niks konden eten en drinken tot de zonsondergang.

Waar kwam opeens dat geduld en die innerlijke rust vandaan? Uiteraard is het hun geloof waar de leerlingen zoveel respect voor hebben. Ook geeft Abraham Maslow met zijn piramide van Maslow hier een goede verklaring voor: lichamelijke behoeften staan onderaan zijn piramide en bijna aan kop staat de behoefte aan waardering, erkenning en zelfrespect. De leerlingen geloven in hun geloof en kiezen uit zelfrespect om te vasten. Daarbij krijgen ze ook nog eens als kers op de taart, veel waardering en erkenning van hun omgeving.

Dit wetende rest ons docenten nog een ding; geloven, geloven en geloven in leerlingen en uit zelfrespect excellente lessen geven. Dan krijgen wij vanzelf (insha’Allah) als beloning waardering, erkenning, super geduldige en leergierige leerlingen !!!

Sultan Göksen

Juf, ben te laat omdat…..

Dankzij onder andere Het Puberende Brein van Eveline Crone weten we dat jongeren moeilijk kunnen opstaan. Dus wanneer jongeren in de ochtend te laat komen moeten wij, docenten, niet al te verrast zijn. Maar in de middag dan? Tussen de leswisselingen of na de pauzes? Ook dan presteren een hele hoop leerlingen om te laat te komen.

Iedereen komt wel eens te laat. Maar de opgegeven redenen hiervoor zijn bij ons volwassenen al vaak gebruikt: file,lekke band,brug stond open, de wekker was stuk .

Ja, we kennen ze allemaal! Opvallend is, dat jongeren zoveel creatiever in het vinden van excuses zijn dan wij docenten. Hieronder deel ik dan ook graag mijn top drie van het afgelopen jaar;

Op nummer 3; ‘Juf, ik ben aangereden!’

Leerling: ‘Juf, ik ben aangereden door een bus, maar ben toch rennend naar uw les gekomen!’

Juf: `Rennend?`

Leerling: ‘Uhmm, ja m’n been voelde ik even niet door de shock maar nu weer wel. Mag ik ijs halen bij Hassan?” (Hassan is één van de conciërges)’

Juf: `Vooruit, maar niet rennen op de gang…!

Nummer 2; Broodje Döner

Leerling: ‘Juf, ìk was in de pauze naar de Doner zaak hier verderop. Ik zei nog tegen de Turk die mijn Turkse Pizza aan het maken was: `Schiet op, anders ben ik door jou te laat.` Maar die Turk achter de balie was erg traag… Mag ik er alstublieft in?’

Juf: `Turk?`

Leerling: ‘O sorry juf. Ik wilde u niet beledigen. U bent niet traag, maar die Turk was echt traag….’

Nummer 1;` Het OV laat mij in de steek.’

Leerling: ‘Juf, u moet mij geloven.’

Juf: `Ik luister…`

Leerling: ‘Ik ging weg van huis en liep naar de bushalte. Nadat ik daar was aangekomen heb ik 15 minuten op de bus gewacht. Nadat de bus was gekomen merkte ik dat ik mijn OV was vergeten. Ik rende terug naar huis en mijn moeder gooide hem vanaf de tweede verdieping naar beneden. Juf, ik zei nog tegen mijn moeder:`Niet gooien, breng naar beneden`, Maar mijn broertje was wakker en ze had geen tijd.’

Juf: `Je houdt wel van commanderen hé?

Leerling: ‘Huh, uhmm ja. Maar mijn OV viel op het balkon van de bewoners van de 1e verdieping. Ik heb 5 minuten lang aangebeld maar niemand deed open. Daarna ben ik maar rennend naar school gekomen. Maar ik besef dat ik nu echt naar zweet stink. Heeft er iemand deodorant? En ik ben kapot. Mag ik nu zitten?’

Juf: `Als je liegt spreek ik met je moeder af om je een week lang rennend naar school te sturen. Deal?`

Leerling: ‘Deal.’

Uit het bovenstaande kunnen we opmaken dat het nooit de fout is van de leerlingen, altijd van een ander. Maar soms doen leerlingen echt moeite om iets origineels te verzinnen en het daardoor zeker verdienen om “geloofd” te worden. . Al is het maar om even te ontspannen met de klas en om thuis een grappig verhaal te kunnen vertellen…